Warmteverliezen van een huis meten

De isolatiewaarde van een bouwdeel kan op twee manieren gemeten worden. Door nauwkeurige temperatuurmetingen of door een warmtestroom meting.

Deze meting is volgens de ISO 9869 gestandaardiseerd en levert betrouwbare meetresultaten over de isolatiewaarde van bestaande bouwdelen op.

Ondersteund wordt de meting door een thermografische inspectie om in beeld te brengen of er isolatielekken of andere afwijkingen in de constructie aanwezig zijn.

Hoe wordt de isolatiewaarde gemeten:

  1. met behulp van theromgrafische inspectie wordt een representatieve plek op de gevel (of ander bouwdeel) gekozen.
  2. Aan de binnenzijde worden een warmtestroomsensor en een thermometer geplaatst om de temperatuur van de binnenlucht te meten.
  3. Ook aan de buitenzijde wordt de luchttemperatuur gemeten. Hierbij is het belangrijk dat de thermometer beschermd is tegen directe zon, regen en wind.
  4. Alle sensoren worden verbonden met een datalogger die alle metingen verzamelt en opslaat.
  5. Via een speciale analyse software worden de sensoren getest en de meting gestart.
  6. Na afloop van de meetperiode berekent de software de isolatiewaarde van het bouwdeel.

Hoe lang duurt een isolatiewaarde meting:

Om te voldoen aan de ISO 9869 moet een meting minimaal 72 uur duren. Hierdoor kunnen heel betrouwbare resultaten bereikt worden. Voor metingen waarbij niet voldaan hoeft te worden aan de ISO norm kan ook met kortere meetperiodes een goede indicatie van de daadwerkelijke isolatiewaarde gegeven worden.

De meting zelf gebeurd volautomatisch en heeft geen invloed op het dagelijks leven in de te meten ruimtes.

De meetapparatuur:

Een leverancier van een dergelijke meetapparatuur is de firma GreenTEG. De meter heet gSKIN® U-Value Kit.

Hoe wordt de isolatiewaarde normaal bepaald:

Normaal wordt de isolatiewaarde in de bouw met materiaalspecifieke kengetallen berekend. Deze kengetallen zijn met omvangrijke laboratoriumonderzoeken vastgesteld en genormeerd. Om de isolatiewaarde van een bestaande muur te berekenen moet de hele constructie in kaart gebracht worden.

Met de materiaal kengetallen en de laagdiktes kan vervolgens de theoretische isolatiewaarde (de Rc-waarde) berekend worden.

De moeilijkheid zit vaak in het vaststellen van de samenstelling van de constructie. Daarom kan de theoretische berekening altijd alleen een benadering van de werkelijkheid zijn. Bovendien worden afwijkingen t.o.v de normwaardes niet meegerekend zoals een slechtere isolatiewaarde door vocht in de muur of gebrekkige uitvoeringskwaliteit.